Het best bewaarde geheim van Patagonië?
28.01.2019 - 31.01.2019
30 °C
View
2018 America del Sur - part 1
on happy glocals's travel map.
28/1/19
Slaap ingehaald en terug opgekikkerd, rijden we verder langs de kust naar El Cóndor. Maar ook hier kunnen we onze ogen niet geloven. Volledig tegengesteld aan Las Grutas! Hier heerst complete rust… op het schreeuwen van papegaaien na. Want hier leeft 's werelds grootste kolonie papegaaien. Het is ook hier waar de Patagonische kliffen beginnen. We kijken op een tientallen meters hoge klif die uit zand en sedimenten bestaat die gedurende miljoenen jaren zijn samengeperst. Ideaal materiaal voor de papegaaien om er hun nesten in te graven. Biologen en specialisten van over de hele wereld komen hier samen om ze te observeren en te bestuderen. Gebiologeerd turen wij deze keer niet richting zee maar naar de kliffen waar de papegaaien in en uit hun nesten vliegen.
Als onze nek stijf staat van naar boven te kijken, klimmen we naar boven. Langs de kustweg waar ze in grote getale de elektriciteitskabels bezetten, kunnen we ze nog beter zien.
Pas als we hun bontgekleurde vederkleed en gekwetter beu zijn, enkele uren later, rijden we verder naar het eerstvolgende stadje. Viedma ziet er op het eerste gezicht vredig uit en volgens het toeristenbureau is het een veilige stad. Vele Argentijnse families genieten van het mooie weer aan de Rio Negro. De stad doet er alles aan om de omgeving zo groen en zo netjes mogelijk te houden. Er staan voldoende vuilbakken die regelmatig geleegd worden - niet onbelangrijk met al die loslopende honden! Wanneer iedereen terugkeert van de rivier en de stad tot leven komt, kammen we het centrum uit. Supermarkt: check. Warme bakker: check, en ons weer laten verleiden tot veel te veel lekkers. Koffiebarretje met wifi: gevonden! Dat is voor morgenvroeg :-).
29/1/19
Na een heerlijk kopje koffie nemen we het overzetbootje naar Carmen de Patagones of kortweg Patagones, de stad aan de overkant van de Rio Negro. Het is broeierig warm en daarom kuieren we op ons dooie gemakje door de steile straten. Het koloniale centrum ademt zelfs een beetje romantiek uit.
Wat dieper in de stad springt de drukbezochte poelier meteen in het oog van… juist Theo. Hij verkoopt enkel gezonde boerenkippen zo leest het naambord van de winkel. Aan de geur van de gegrilde kippen van ’Campo pollo’ kan je moeilijk voorbij. Het is aanschuiven maar dat hebben we er graag voor over. Even later zitten we op een bankje in het park te smullen. Twee ongelooflijk lieve, respectvolle honden komen bij ons zitten. Ze bedelen niet, blaffen niet, en blijven op een afstandje aan onze voeten liggen. We zijn zo onder de indruk dat we het niet over ons hart krijgen om ze niet te laten meegenieten. Voorbeeldhonden zijn het! Want zelfs tegenover elkaar zijn ze uiterst galant en wachten ieder hun beurt af.
Op de achtergrond horen we ondertussen sirenes loeien. Een brandweerwagen komt voorbij gestoven. Het is warm en droog dus vermoedelijk weer een bosbrand of zo. We belonen onze hondjes met nog meer lekkers als weer een brandweerwagen voorbij komt gereden. In de verte zie ik zwarte rookpluimen de lucht in gaan. Oeps, er is iets gaande en het is heel dichtbij. Toch maar even kijken? In het atelier van het plaatselijke autoschadebedrijf is brand uitgebroken.
Deze lome rivierstad ontwaakt uit haar siësta en in een mum van tijd staat een groepje mensen rond het gebouw. We voelen ons een beetje ramptoerist als we de straat passeren maar staan versteld als op de brandweerwagens het woord “BRANDWEER” staat. Afdankertjes van onze noorderburen.
We keren terug met het overzetbootje en lopen de costanera af. Het is Yerba mate-tijd. Argentijnse families delen hun favoriete kruidenthee en halen de picknickbox boven, rijkelijk gevuld met hartige maar vooral zoete snacks. De meeste Argentijnen zijn echte zoetebekken. Dat merk je aan de grote zakken ‘dulces’ (taartjes, koekjes, chocolade..) waarmee ze uit de bakker komen en aan de lange rijen bij de ijssalons en bij velen ook wel aan het maatje meer.
Kilometers en kilometers strand
30-31/1/19
Als we ontwaken, giet het pijpenstelen. Alle excuses zijn goed voor een heerlijk ontbijtje bij koffiebar Martinez in Viedma. Maar na regen komt altijd zonneschijn :-) Ideaal kustweer. Want we plannen om de weinig bekende Ruta 1 of Caminato de la costa te doen. Het is een van de best bewaarde geheimen van de Argentijnse zomer in Patagonië. Maar ongetwijfeld zit de slechte weg hier wel voor iets tussen. We trotseren met plezier iets meer dan 100 kilometer stof, grind- en wasbordweg om de immense en verlaten stranden te bewonderen.
We beginnen bij Playa El Espigón. Na een steile afdaling tussen metershoge kliffen botsen we op een leuke strandcabine die dienst doet als surfschool. Ze ligt er verlaten bij.
Het strand dankt haar naam aan de natuurlijke golfbreker (El Espigón) die ontstaan is door erosie van de klif. Het is laag tij dus kunnen we gemakkelijk rondom de stekelige rots wandelen. Maar strandjutter Theo heeft geen oog voor golfbrekers, hij is op zoek naar fossiele weekdieren en verdwijnt een paar uur. Op een paneel stond immers dat het strand gekenmerkt wordt door fossiele overblijfselen van een tropische zee. Helaas geen vondsten maar wel een paar serieus geschaafde benen.
Drie kilometer verder houden we halt bij Playa Bonita. Het strand dankt haar naam aan… inderdaad :-) Een prachtig eindeloos strand met een redder in rode outfit. Die is blij dat er iemand op ‘zijn’ strand komt. Hij komt ons meteen tegemoet en we praten honderduit over zijn land en de schoonheid en uitgebreidheid van de Patagonische kust. Hij is trots en apprecieert onze liefde voor de natuur. “Ga zeker helemaal tot het einde, daar wacht jullie een verrassing. Jullie hebben nog genoeg tijd voor het water tot aan de klif reikt”. Zo gezegd, zo gedaan. We tarten de felle wind en genieten van de zee. Enkele kilometers verder valt mijn oog op een “witte pijp” die tussen de rotsen ligt. Van een vondst gesproken. Restanten van het skelet van een walvis liggen diep verspreid onder het zand of de rotsen. Het water komt alsmaar dichter dus wordt het hoog tijd om terug te keren. “En?”, vraagt de redder, “gevonden?”. Maar als hij onze brede glimlach ziet, weet hij al voldoende.
Next stop, La Loberia, een piepklein, eenvoudig ‘dorpje’ met een restaurant, een camping en enkele vakantiehuisjes. Het is een uitvalsbasis om La Reserva Provincial Punta Bermeja te bezoeken die de grootste kolonie pelsrobben (tussen 4000 en 7500) in Zuid-Amerika herbergt. Via de aangelegde paden in de duinen kunnen we ze vanaf verschillende observatieplatformen zien. Het blijft wel bij pelsrobben, geen dolfijnen in zicht.
We zijn vandaag heel de dag zoet geweest met wandelen langs de branding. Wat verderop vinden we een zalige stek op de rand van een klif met zicht op zee en een prachtige zonsondergang. Life can be beautiful. Onder een magische sterrenhemel vallen we uiteindelijk in een diepe slaap.
We blijven de desolate Ruta 1 volgen. La Lobería was piepklein maar Bahia Creek is nog eenvoudiger en waarschijnlijk het kleinste dorpje aan de Argentijnse kust. Het bestaat uit een handvol vakantiehuisjes en een hostel en ligt aan de rand van een uitgestrekt duinlandschap. Een kleine Sahara in het midden van Patagonië! Hier ligt de weg bijna helemaal bedolven onder het zand. Je kan er alleen met een 4x4 door. Ik belet nog net dat de enige kruidenier zijn mini mini mini winkeltje sluit en vind er nog een brood en lekkers voor erbij. We installeren ons in de schaduw van de enige grote struik op het strand. Du pain, du vin, een boek, een muziekje …Meer moet dat niet zijn. En zodra de zon wat minder hevig is, lopen we de benen uit ons lijf langs het oneindig lange strand. De avond verloopt volgens hetzelfde scenario als voorheen met een wondermooie zonsondergang en onder een betoverende sterrenhemel.
Posted by happy glocals 18:04 Archived in Argentina
Bedankt voor jullie mooie kaartje!
by De Meyer Irène